Tijdschrift voor Geestelijk Leven (april nummer)

OP DE ADEM VAN DE WIND

Veel mensen zijn na een vakantie vol van de gastvrijheid die zij elders hebben ervaren. Deze gastvrijheid vormt in Friesland de basis van het ‘Kleurrijk Fryslân Pad’. De route kan leiden langs een moskee en een boeddhistische stoepa, een joodse begraafplaats en oude terp met karakteristiek Fries kerkje, een historische plaats met oorlogsherinneringen, en ga zo maar door. Allemaal locaties en centra die van betekenis zijn voor culturen en godsdiensten van de oude en nieuwe Friese geschiedenis. In de al langer bestaande en nieuwe centra vervult de eigen groep de rol van gastvrouw en gastheer.

Samen met Boeddhisten, Moslims, Hindoes, Joden, Christenen en andere Nederlanders wandelen we een deel van een route naar de stoepa in Hantum. Tijdens de route merken we dat pelgrimages en bedevaartstochten in alle religieuze tradities voorkomen, ook in de islam. Al wandelend vertelt Zeyna over haar pelgrimsreis naar Mekka. ‘Allemaal droegen we witte kleren, iedereen was daardoor gelijk. De vrouwen en mannen wandelden in twee verschillende rijen rond de Heilige Zwarte Steen (de Ka’aba) en volgden de route van de tweestrijd in jezelf, oftewel de strijd met de duivel, het kwade in jezelf.’ Met mooie ogen vertelt ze over haar diepe geloofsbeleving daar in Mekka en de band die ze zo heel byzonder met alle medemensen ervaarde. ‘Dan kun je huilen van vreugde en tegelijk diepe pijn voelen omdat we het lang niet altijd goed doen met elkaar op aarde. De Salam (Vrede Gods) is soms zo vreselijk ver te zoeken.’ Maar gelukkig blijft volgens Zeyna de Salam wenken, blijft Allah (God) je vragen om samen de weg van vrede met mensen op aarde te gaan. Midden in Friesland luisteren we en vergeten helemaal te wandelen.

Gebedsmolen
Wanneer we de pas er weer in zetten, komen we bij het Tibetaanse klooster met de Tashi Gomang Stoepa in Hantum. De stoepa is een ‘gelukbrengende, veelnissige stoepa’, die geheel volgens Tibetaans model is gebouwd. De talrijke nissen symboliseren schatkamers die voorspoed, geluk, liefde, rijkdom en harmonie geven. Ook bij dit Tibetaanse klooster horen grote rijen gebedsmolens, die gaan draaien door de wind, door water of door de hand. We lopen langs de gebedsmolens en draaien ze met de rechter hand, terwijl onze rechter schouder naar de gebedsmolen en de stoepa gekeerd is. We lopen in de richting van de wijzers van de klok en de draaiing van de zon. Tijdens het draaien van de gebedsmolen kunnen mantra’s uitgesproken worden waardoor je geest zich concentreert op het doel: positieve hartenwensen uitspreken voor alle levende wezens. Door het draaien van de gebedsmolen in de goede richting worden de hartenwensen in beweging gebracht en vermenigvuldigd. Ze waaieren wijd uit naar de mensheid op de adem van de wind. Ook kan een lichtstraling uit de gebedsmolens ontstaan die je als mens op kunt nemen en door kunt geven aan alle levende wezens.

Verrast merkt de pandita (hindoestaanse priesters) dat zij de teksten die in het Sanskriet op de gebedsmolens staan, kan lezen. De hartenwensen kent zij als gebeden. Van harte draait zij de gebedsmolens en zingt eerbiedig een Hindoestaanse mantra. Met de mantra bidt zij tot de ‘Verheven Bron van bestaan, wording en gelukzaligheid’ en vraagt zij de juiste richting en inhoud aan ons bestaan te geven, dat wat leidt vrede en gelukzaligheid voor heel de mensheid.
Wanneer we via een tolk met de lama spreken drinken we eerst samen in alle rust thee. Daarna spreken we over het bereiken van religieuze harmonie, wat voor alle levende wezens op aarde van zo groot belang is. De lama prijst onze wandeltocht want het samen bezoeken van verschillende religieuze tradities, is volgend hem een belangrijks stap op de weg naar religieuze harmonie. Het voedt de positieve kracht in ons om steeds vollediger te geloven in vrede en harmonie op aarde. Vanuit dat diepe voelen en geloven ontwikkelen we een kracht in ons die tot uiting kan komen in de mens die we zijn voor elkaar, en dat positieve kan dan wijder uit waaieren op de adem en de vleugels van de wind.

Na een hartelijk afscheid verlaten we de boeddhistische stoepa. Al wandelend hebben we het ineens over onze kleding en hoofdbedekking en hoe vrede en harmonie vaak ontbreekt in de manier waarop niet Moslims erover praten. De ene Moslimsvrouw vindt dat gesloten kleding bij haar geloof hoort, terwijl andere Moslimvrouwen daar heel anders over denken. In de Koran staat dat een vrouw haar versierselen dient te bedekken en ze niet mag gebruiken enkel alleen om anderen, vooral mannen, uit te dagen. De vrouwen knikken goedkeurend wanneer ik weet wat die versierselen van een vrouw zijn, namelijk haar borsten en haar. Mijn kennis wordt beloond met een vriendelijk klopje op mijn arm, waarna de pandita een Hindoestaanse lekkernij uit haar tas haalt.

Rok over de knie
De vrouwen kijken mij vragend aan. ‘Wat vind ik er nu van?’ Dan is het heel verleidelijk om je Westerse mening te geven. Maar ik vind dat vrij arrogant en niet helemaal eerlijk, wanneer je naar onze eigen emancipatiegeschiedenis kijkt. Daarom leg ik uit welke discussies we vanuit het Christelijke geloof hebben gehad. Dat vrouwen in Nederland vroeger op straat en zeker naar de kerk haast allemaal een hoed of hoofddoek droegen. Dat vrouwen vroeger een rok over de knie droegen. Dat ik heb meegemaakt dat meisjes op school voor het eerst een lange broek mochten dragen. Omdat het altijd zo hoorde dacht ik eerst ook dat dit vanuit de Bijbel eigenlijk niet mocht.

Net zo zal het ook wel eens met de discussies over bedekking van de versierselen van vrouwen. Daar kun je heel verschillend over denken. Want niet alleen het geloof, maar ook wat je bent gewend en de thuiscultuur spelen een belangrijke rol. Juist omdat het met je geloof en je kwetsbare gevoel voor ‘goed zijn’ heeft te maken, kun je niet zomaar zeggen: die heeft gelijk en die heeft ongelijk.

We zijn het erover eens dat je als vrouw vrij hoort te zijn en ook de tijd moet nemen om daar zelf over na te denken. ‘En maakt het nu eigenlijk zoveel uit?’, vraagt een dicht geklede moslim vrouw aan een open geklede vrouw. ‘Het gaat er toch vooral om hoe je mens bent. Of je eerlijk leeft en omkijkt naar anderen. Dat hebben we ook van de lama en in het Hindoestaanse gebed van onze lieve pandita gehoord.’ En de pandita beaamt: Het siert mensen wanneer ze respect hebben voor de principes van vrouwen, zo verschillend als we zijn.’ De onbedekte en bedekte hoofden knikken unaniem.

We voelen de onderlinge verbondenheid en solidariteit. Het is goed om deze kracht samen te delen op onze levensweg hier op aarde.

Corry Nicolay werkt vanaf 1980 samen met Moslims en andere gelovigen en hierdoor dominee geworden Zij is mede oprichtster van het Platform Levensbeschouwing in Kleurrijk Fryslân, interreligieus auteur bij het blad Red@ctieService en parttime predikant in Oldelamer en Oldetrijne. Onlangs is van haar verschenen ‘Interreligieus Vieren en Bidden, handleiding vanuit de Friese Praktijk’, isbn 90 5263 850 0.

Het ‘Kleurrijk Fryslân Pad’ is samengesteld door het ‘Platform Levensbeschouwing in Kleurrijk Fryslân’ en ‘Bureau De Wandelmaat’. Zie www.kleurrijkfryslan.orgen www.pelgrimvredeskapel.nl