Shalom op Vlieland
Meerdere mensen noemen hun kinderen Jacob of Jacoba: Joden, Christenen en Moslims ieder in hun eigen taal.
Na afloop van de kerkdienst wenst hij mij ‘Shalom’ en zegt: ‘Ik ben een Jood’, waarna hij ontroerd een Joods gebed uitspreekt.

De zon schijnt die zondagochtend stralend door de ramen van de Vlielandse Nicolaaskerk. Het gaat over de mantel die we elkaar om werpen door de manier waarop we naar elkaar en onszelf kijken en op elkaar reageren. Vaak niet eens bewust of met kwade bedoelingen maar we doen het wel. We kunnen er wat van! Een kleinmakende, stigmatiserende mantel , bijvoorbeeld: wat ben jij zielig als blinde, verlamde, zieke. Dan zien we alleen de beperking en niet meer de kwaliteit van zijn en haar leven. Ditzelfde kunnen we bij een groep mensen doen, zoals in de 2e Wereldoorlog met Joodse en homofiele mensen en zigeuners gebeurde. Vandaag de dag gebeurt het ook, denk opnieuw aan Joodse mensen en Moslims.

Wanneer we elkaar een beschuldigende mantel omwerpen, bezetten we haar, zijn en hun leven en drukken ons stempel op hun leven. En net zo belangrijk: dit gebeurt ook wanneer we onszelf die mantel omwerpen, we bezetten ons eigen leven.
Beiden gebeurt royaal in onze samenleving. Soms bewust, maar even vaak onbewust door goedwillende mensen. We hangen de ander de mantel om van onze eigen huiver, angst, afwijzing, schuld, … waardoor we blind worden voor wie hij en zij echt als mens zijn. Onszelf hangen we de mantel om van wegkijken, maar laten gebeuren, angst, kleinheid, waardoor de kracht van hoop en positieve kansen verdampen.

Daarom vertel ik over een Bijbeltekst waarin het gaat over de kinderen van Jacob. Psalm 146 gaat nadrukkelijk over de God van Jacob. En die kennen wij als Christenen op zo’n bijzondere manier door Jezus. Maar die God van Jacob wordt door meer mensen gekend en beleden. Joden en Moslims kennen Jacob ook.
JACOB: Een niet zo betrouwbaar mens met een best besmette naam. Hielenlichter. En na een grote worsteling geeft God hem een andere naam: Israel = kind van God. Allemaal geloven ze, ieder op hun eigen manier, in die ene God van Jacob. Wie dat zijn licht op doordat mensen hun kind Jacob noemen. En dat doen Joden, Moslims en Christenen. Vandaag de dag is een belangrijke vraag: zien we naar elkaar als kinderen van die ene God ? Of hangen we die anderen een andere mantel om? Welke houding ontmoeten ze bij ons als Christen?

Alle drie zijn we verschillend en toch grijpen onze levens in elkaar. Ik liet een houten mensenbeeldje zien en vroeg of iemand er één mens uit kan halen. Nee dus. Hoewel, het kan wel, maar dan moet je de andere mensen losbreken en kapot maken.
Het beeldje ‘vertelt’ dat we allemaal uit hetzelfde mensenhout zijn gesneden. En dat we allemaal de aanleg hebben meegekregen om elkaar als in evenwicht te houden. Natuurlijk zijn we het niet altijd met elkaar eens, maar ook daarvoor hebben we een aanleg meegekregen: die van elkaar kunnen begrijpen. In kerk, synagoge en moskee merk ik dat zo’n houding het goede en positieve wakker maakt en het aanwakkert.

Belangrijk is de vraag: welke mantel hangen we onszelf om, hangen we anderen om? En dan neemt die Joodse meneer na afloop mijn handen in zijn handen en spreidt hij zijn mooie mantel van wensen en gebeden uit: Shalom.

Ds. Corry Nicolay is PKN predikant interreligieuze vragen. Zie: www.kleurrijkgeloven.nl, mail corrynicolay@hetnet.nl