Artikel Eredienstwaardig maart 2006

Bidden in en met andere religieuze tradities.

Er is een toenemende behoefte om bij hoogtepunten, tragedies en op bijzondere dagen op Interculturele en Interreligieuze wijze samen te komen om te herdenken, te vieren, te bidden, om zich te bezinnen. Vanuit de verschillende godsdiensten staan de belevingen van gebed dan naast elkaar in bijvoorbeeld een moskee of kerk.
Wat zijn die belevingen en hoe wordt daar dan mee omgegaan?

Een huis van vrede voor iedereen.
Enkele weken na de gruwelijke terreurdaad op 11 september 2001 zingen we bij de Interreligieuze Inwijding van de ‘Stenenschaal’ met begeleiding van Turkse muziek het liedje:
‘Bouwen aan vrede, steen voor steen, een huis van vrede voor iedereen.
Vindt u het een goed idee, helpt u dan een handje mee.’

De 'Steentjesschaal' staat symbool voor het 'Bouwen aan Vrede'. Op verzoek van de provinciale werkgroep ‘Stenenproject’ wordt de inhuldiging ingeleid door een Interreligieuze Viering over dat 'Bouwen aan Vrede'. Voorgangers vanuit vijf godsdiensten lezen ieder uit hun Heilige Boek hoe mensen worden opgeroepen om in vrede samen te leven. Geen lege oproep, omdat mensen hiervoor gaven en talenten hebben gekregen en bovendien de Belofte dat ze het nooit op eigen kracht alleen hoeven te doen. Want mensen hebben elkaar hierbij nodig en mogen vertrouwen op de Belofte dat God inspireert, helpt en bemoedigt. Hierover leest de Pandita (Hindoe) uit de Veda, de Dominee uit de Bijbel, de Imam (Moslim) uit de Koran en een Bahá'i-gelovige uit de Bahá'i-Geschriften.1 Door de weer sterker opkomende dreiging van geweld en fascisme is de Chazan (Joodse voorzanger) niet aanwezig. Wel wijst een lege stoel naast de voorgangers op zijn betrokkenheid. We lezen de door hem aangereikte tekst uit de Thora en voelen verbondenheid en solidariteit. Tijdens het moment van gebed, wat ieder op eigen wijze deed, staan we naast elkaar. We horen elkaar dezelfde droom van, en het geloof in vrede onder woorden brengen.

Buiten leggen eerst de voorgangers en daarna alle aanwezigen een steentje in de 'Steentjesschaal' als teken van het gezamenlijk willen bouwen aan vrede. Ook is er een steentje uit Israël. We wensen elkaar 'Shalom', 'Salam', 'de Vrede van Christus', 'Gods vrede' en 'Wereldvrede' toe. De vredesgroeten worden door al de aanwezigen overgenomen, waarbij handen verlangend in elkaar grijpen.

Trouw aan de eigen traditie. Dr. ds. Jan Slomp, jarenlang gereformeerd functionaris voor de ontmoeting met Moslims, schrijft over het eerste Interreligieuze Gebedsuur in Friesland, op 21 maart 1993 de Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie: 'Ieder bleef trouw aan eigen traditie. Men stond daar naast elkaar, sprak na elkaar, niet over elkaar, maar wilde zo wel een wederzijdse verantwoordelijkheid voor elkaar aanvaarden, voor elkaar instaan, elkaar met respect, inclusief de eigen lange geschiedenis, bejegenen en tevens elkaar de ruimte en vrijheid geven anders te zijn.' De symboliek ziet ds. Slomp in het geven van een signaal: 'Voor het overwinnen van het grote, diep gewortelde maatschappelijke probleem van racisme, dat wezenlijke gelijkheid en de eenheid van de mensen aantast, zoeken zij samen steun en heroriëntatie bij een macht die de onze overstijgt.'2 Omdat het woord ‘Gebed’ de inhoud van het gebeuren maar ten dele dekte en er veel meer gebeurt dan bidden alleen, is de naam in 1995 gewijzigd in 'Interreligieuze Viering'.

Beleving van bidden De voorgangers van deze Interreligieuze Vieringen spreken altijd eerst zorgvuldig en in alle rust met elkaar over de beleving van hun geloof en van het bidden.

Bij het Joodse geloof is het beeld bekend van mannen gebedsmantel, keppeltje en gebedsriemen, die met hun lichaam meebewegen tijdens het bidden. Het lichamelijke en spirituele, lichaam en geest grijpen daarbij in elkaar. Regelmatig wordt gebeden uit het Joodse gebedenboek, de Siddoer. Dit weerspiegelt de geschiedenis, de wereldbeschouwing en de godsdienstige overtuiging van het Joodse volk gedurende belangrijke perioden door de eeuwen heen. De meeste gebeden zijn geen persoonlijke, maar gemeenschappelijke gebeden die het collectieve bewustzijn van het Joodse volk uitdrukken. Tijdens de voorbereiding van een Interreligieuze Viering laat een rabbi zijn gebedsmantel zien en vertelt over de gebedskwasten op de vier hoeken. Ze herinneren aan de Gods geboden en de franjes zij zo geknoopt dat ze symbolisch alle 613 geboden uit de Thora vertegenwoordigen. Geboeid kijken de andere voorgangers hoe de rabbi van de traditionele Joodse Gemeenschap zijn gebedsriemen aanlegt, één op zijn voorhoofd en één op de,linkerarm. De kubusjes bevatten passages uit het boek Deuteronomium en Exodus. Gebeden wordt met het gezicht naar Jeruzalem. Een andere keer zien we bij de liberaal Joodse gemeenschap ook enkele vrouwen een gebedsmantel omslaan tijdens het gebed en het lezen uit de Thora.

Het Islamitisch geloof kent ook het lichamelijke en spirituele gebed. Het gebed kan zowel individueel als gezamenlijk worden uitgevoerd en wordt vijf keer per dag verricht. Voor het gebed verricht de Moslim een kleine wassing, waarbij o.a. het gezicht, de armen en de voeten worden gewassen. Tijdens deze reiniging bereidt men zich niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk voor op het gebed. Het bidden is een zaak van heel je zijn, dus van lichaam en geest. Daarom beweegt het lichaam mee, buigt een gelovige zich neer en opent de handen voor Allah. Het reciteren uit de Koran is ook als een gebed en lofprijzing van Allah. Gebeden wordt in de richting van Mekka. Tijdens de salaat (gebed) staat de mens te midden van alle wereldlijke bezigheden en afleiding vijf keer per dag stil bij het belangrijkste aspect van zijn en haar leven: een mens door God geschapen is alleen Gods dienaar en zal verantwoording moeten afleggen voor al wat hij en zij in het leven heeft gedaan. Graag gaat er een gebedssnoer door de handen van een Moslim(a). Met het voelen van 99 kralen wordt Allah (is Arabisch voor God) geloofd en geprezen: 33 x ‘Heilig is Allah’, 33x ‘Alle lof is aan Allah’ en 33 x ‘Allah is de grootste’.3 Mannen en vrouwen dragen meestal hoofdbedekking tijdens het gebed en in de moskee. Het gebed kan overal worden gedaan. Het gebed is een uitnodiging is en nooit een moeten. Want een gebed wat niet echt uit het hart komt, is als een leugen.

In het Hindoestaanse geloof helpen de Sanskara’s (meest te vergelijken met Sakramenten in de Katholieke Kerk), de Hindoe om juiste weg te vinden in het leven. Gebeden worden gereciteerd, gezongen met muziek en begeleid door wierook en offers. De bijzondere momenten in het leven worden door een gebed of ritueel verbonden met het Goddelijke AUM, een eenheid die met 3 namen wordt beleefd: Brahma, de Schepper; Vishnu, de Behoeder (Instandhouder van de wereld); Shiva, de Transformator. Door geestelijke vorming, instructie en het ervaren van een voorbeeld kan de mens uitgroeien tot een volwaardig mens, die zich bewust is van haar en zijn plaats en functie in de schepping en vooral van de verantwoordelijkheid daarvoor. Door een proces van wedergeboorte kan een mens groeien en evolueren naar een hoger niveau, een hogere yoni. Dit proces gaat door tot het éénworden is bereikt met de Goddelijke Atma, de Eeuwige Zelf. Dit éénworden heet verlossing.4 Priesters en priesteressen dragen de rituelen en gebeden thuis of in ene tempel uit, niet enkel voor zichzelf maar voor heel de mensheid. Zo zei een Pandita (priesteres) tegen mij: ‘Wanneer jij als Christen bid voel ik dat jouw gebed ook voor mij is. Voel jij dat ook?’

Het Baha’i-geloof wil een universele wereldgodsdienst zijn. Op 21 maart 1863 maakt Bahá’u’lláh, grondlegger van het Bahá’i-geloof, zijn boodschap aan de mensheid bekend in de Tuin van Ridván (Paradijs), vlak bij Bagdad. De gebeden zijn afkomstig uit verschillende culturen. Ze dragen accenten van verlangen in zich naar wereldvrede en wijzen op valkuilen en bolkkades die bijvoorbeeld samenhangen met de hardnekkigheid van religieuze vooringenomenheid.5 Doordat mensen wereldwijd vanuit verschillende culturen en religieuze achtergronden kunnen kiezen voor het Bahá’-geloof vertaalt het zich in meerdere uitingsvormen van gebed.

Geloofsverschillen.
Regelmatig vragen mensen mij: Hoe moet dat dan met je eigen Christelijke geloof en al die geloofsverschillen met hun verschillende gebeden? Ik geloof dat God de Schepper is van al wat leeft, dus ook van alle mensen. Allemaal vallen wij als mensen binnen Gods grenzeloze liefde. Letterlijk een liefde die geen grenzen kent in huiskleur, geslacht, afkomst en levensovertuiging. Wanneer ik naar de ander en naar mijzelf kijk, weet ik: Moslim, Hindoe, Jood, Christen, niet gelovige, ieder is een kostbaar door God geschapen mens. Daarbij is het belangrijk dat we durven wijzen op onrecht in eigen gelederen en dat we ieder op onze eigen manier proberen zo goed mogelijk te leven vanuit geloof en levensovertuiging.

Natuurlijk is er het grote verschil in het belijden rond Jezus als de Christus. Een voor mij kostbaar en onopgeefbaar verschil. Toch geloof ik dat juist Jezus nooit de reden mag vormen tot een kloof en scheiding tussen mensen. De Bergrede van Jezus in de Bijbel over de richtlijnen voor ons leven, vind ik terug in Koran en Veda’s. En met het grote levensgebod over het liefhebben van onze naaste, wijst Jezus naar de Thora en Profeten. Wanneer ik de betekenis van rechtvaardigheid en liefde naar de ander ontken, leidt het af van God en functioneert het letterlijk als af-god. Vanuit het belijden van het Christelijk geloof kies ik voor het perspectief van de geloofsverschillen als mogelijke inspiratiebron.

Het is mijn droom dat mensen, gelovig en niet gelovig, zó leven en zó bidden, dat we recht doen aan elkaar en aan Gods schepping, zodat er levensruimte en voeding is voor ieder mens. Daarbij hoort de keuze te willen geloven dat het mogelijk is in vrede samen te leven. De weg ernaar toe kan verschillend zijn, maar de droom kunnen we delen. Dit leidt tot een zoektocht naar vredelievende initiatieven en overbruggend spreken en handelen, zodat de wereld kan uitgroeien tot een huis van vrede voor alle door God geschapen mensen, dus voor alle mensen.

1 Voorgangers: vanuit het Hindoeïsme Pandita Bea Ramai, vanuit de Islam Imam Ahmet Duran, vanuit het Christendom dominee Corry Nicolay en een gelovige vanuit de Baha’i.
2 Werkmap Liturgie: Met Moslims bidden? Een interreligieuze liturgische vraag. Juni 1993
3 Zie de herziene ‘Gids voor Gebed’ van uitgeverij Noer.
4 Zie ‘Geloof, huwelijk, geboorte en overlijden bij Hindoes’, Stichting Lalla Rookh
5 Zie de ‘Bloemlezing uit de geschriften van Bahá’u’lláh’, Stichting Bahá’ Literatuur, Den Haag.

Corry Nicolay is PKN predikant in Oldelamer en Oldetreijne, werkt vanaf 1980 samen met Moslims en is daardoor diminee geworden, mede oprichtster van het Platform Levensbeschouwing in Kleurrijk Fryslân en interreligieus auteur bij het blad Red@ctieService