‘Kom je bij ons voor Iftar en ga ja na afloop mee naar de moskee? Dan kun je onze vrouwelijke imam ontmoeten. Ze is er tijdens de Ramadan voor ons’.
Wanneer we bij mijn vriendin Nazmiye thuis we via de vastenradio een Korantekst horen, is het vasten van die dag voorbij en begint Iftar, de maaltijd na het verbreken van het vasten. Lekker, eerst eten we een dadel, want dat ‘is goed voor de maag na een vastendag.’ Tijdens het eten merkt Nazmiye grinnikend dat ik nieuwsgierig ben naar de vrouwelijke imam. Ja, de gezinnen betalen haar komst zelf. Ze logeert bij een Turks gezin en eet tijdens de Ramadan elke dag, samen met de mannelijke imam bij een ander gezin. De vrouwen en meisjes vinden het belangrijk dat er tijdens de Ramadan ook iemand met hen over de Koran en over vrouwenzaken spreekt, daarom is zij er nu.
In de moskee loopt de vrouwenruimte vol. Meteen komt ze op me af voor een hartelijk welkom. De vrouwen vertellen dat ik dominee ben en in onze ogen zien we een verlangen om elkaar te leren kennen. Esma Simsek vertelt dat ze 44 jaar is, getrouwd en moeder van 4 kinderen. Ze was tien jaar onderwijzeres en ging toen theologie studeren. Ze is nu 8 jaar imam, eigenlijk hodja, want ze mag als vrouw niet alles doen. Leuk, ik was eerst ook ruim 10 jaar onderwijzeres en ben daarna dominee geworden. Ineens geeft Esma mij een Mevlana- roos, dit is een roos van liefde. In mijn hand legt ze een prachtig gebedssnoer van hele kleine stenen kraaltjes. Ik bloos ervan, zo mooi vind ik het.
Een paar dagen later zie ik hoe Esma Koranles geeft aan zo’n 20 vrouwen. Ze gebruiken hun eigen Koran, behalve de 6 vrouwen die niet kunnen lezen. Levendig praten ze over de toepassing van de Koran in het leven hier in Nederland. ‘Lieve moeders, geef je dochters je vertrouwen, maar zeg duidelijk wat jij belangrijk vindt. Luister wel goed naar hen, want zij groeien in een heel andere wereld. Nee, lieg niet, ook als het je goed uitkomt. Liegen komt altijd weer bij je terug.’ Ja, dat hebben enkele vrouwen wel eens meegemaakt. Maar een noodleugentje dan? ‘Doe het alleen als je er iemand mee beschermt, maar het mag nooit een gewoonte worden. Liegend leven is een leugen voor het leven dat Allah je geeft. Blijf daarom als je werkt, alleen thuis als je echt ziek bent. Anders misbruik je een regel en gaan de mensen jou als mens en ook als Moslim wantrouwen. En doe je iets fout? Geef je fouten toe en probeer ze recht te zetten. Dan woont de vrede in je hart en maak je Allah blij.’ De vrouwen luisteren geboeid en praten volop mee. Na de les geef ik Esma een geloofskaars met christelijke tekens. Deze kaars krijgen mensen bij ons in de kerk die belijdenis doen. Esma kent het duif symbool en ik leg het Christus-teken uit.
Dan vertelt Esma over zichzelf. Ze komt uit de stad Mercin. Haar moeder kreeg geen kans om te leren en haar beide ouders stimuleerden haar om te studeren. Ze vertelden haar over Ayse, de vrouw van de Profeet Mohammed. Die was ook ontwikkeld en daardoor de eerste vrouwelijke vertegenwoordigster van de Islam. Daarom is het normaal dat vrouwen zich ontwikkelen, als zij daar de aanleg voor hebben. Esma vertelt: ‘In Turkije werkt ik bij de overheid als beleidsambtenaar voor vrouwenzaken. Ik ontwikkel lesmateriaal voor vrouwen en heb vaste spreekuren. De vrouwen en soms ook mannen komen bij mij voor vragen over het vasten, over het geven van zakat (giften), over het gaan naar Mekka, maar ook over het gebruik van voorbehoedsmiddelen en over het huwelijk.’ ‘Nee, in de Koran staat niets over het wel of niet uithuwelijken. Natuurlijk mag je wel iemand leren kennen en verliefd zijn, Ja, de cultuur speelt vaak een hele grote rol speelt. Veel mensen weten dan niet goed wat cultuur en wat geloof is. Hier ligt een heel groot vraaggebied.’
De Turkse regering steunt haar om tijdens de Ramadan naar geloofsgenoten in een ander land te gaan, nu dus in Nederland. Waarom? ‘Turkije zegt daarmee: we zijn jullie niet vergeten, de band blijft, wij willen jullie steunen bij je leven in een ander land en andere cultuur. En ook daarom’, zegt Esma, ‘is het goed voor de vrouwen en meisjes dat ik hier nu ben’.
Enkele jonge meiden zijn binnengelopen en knikken hartgrondig. Want ook zij willen iets met hun vrouwelijke imam, hun hodja, bespreken.