‘Ach ja, Friezen zijn nu eenmaal koppig’, antwoordt een man. Ik houd een lezing in Leeuwarden over de kansen en valkuilen van een multiculturele/kleurrijke samenleving. Een vrouw moet er niets van hebben, al dat vreemde om haar heen en ze weet nu al dat ze hierin nooit zal veranderen. Waarop iemand met zuidelijk accent opmerkt dat Friezen nu eenmaal koppig zijn. Veel voorhoofden fronsen zich en ik vraag: ‘Wat vind u, is dat zo?’ … ‘En wat vindt u: zijn, jongeren lastig, buitenlanders gemakzuchtig en bedreigen Moslims onze samenleving?’ Er wordt verschillend gereageerd. De één vindt het voorbeelden van negatieve discriminatie en noemt het vooroordelen. Anderen ervaren deze uitdrukkingen als waarheid, als lastig of als bedreigend. Weer anderen twijfelen aan het waarheidsgehalte van deze uitspraken en vragen zich af wat er wel en niet van waar is.
We ‘bekijken’ de uitspraken. Het valt op dat ze allemaal in het meervoud staan. Het gaat niet over één mens, maar over een hele groep van hetzelfde 'soort' mensen. Als mensen mij als Friezin koppig noemen, komt dit voort uit de algemene gedachte dat Friezen koppig zouden zijn. Je spreekt dan van een 'karikatuur', waarmee wordt bedoeld dat koppigheid een 'karaktertrek' van Friezen zou zijn. Onzin natuurlijk, want Friezen zijn onderling net zo verschillend als iedere andere bevolkingsgroep. De één is gemoedelijk, de ander vol humor en een derde kan inderdaad koppig zijn. Aan zo'n uitspraak over Friezen til ik niet zo zwaar en eigenlijk moet ik erom grinniken.
Anders wordt het wanneer zo'n karikatuur enkel negatieve beelden verspreid. Bijvoorbeeld dat Moslims bedreigend zijn en jongeren lastig. Dan moeten moslimse jongeren wel héél lastig en bedreigend zijn ... Een negatief beeld wordt neergezet van mensen die onze plaatsgenoten, buren en vrienden van onze kinderen zijn. Wanneer de televisie dan beelden van enkele agressieve zwarte jongeren laat zien denken we: Zie je wel'. En wanneer er vervolgens een documentaire over enkele agressieve radicale Moslims is, wordt de angst voor de dreiging van de Islam in Nederland behoorlijk gevoed.
Ik begrijp de angst die het oproept maar betreur het ook. Ten eerste is het zwaar om met angst te leven. Ten tweede is het zo jammer wanneer mensen niet verder denken na zo'n negatief programma. Want als ik tijdens de lezing vraag naar eigen ervaringen, vertellen veel mensen positief over hun contacten met moslims en jongeren. De mensen die ze kennen blijken dan anders te zijn dan de karikatuur die over hen bestaat.
We zijn het erover eens dat een algemeen negatief beeld mensen te kort doet en hen een stempel opdrukt. En dat is moeilijk om mee om te gaan. Als mensen namelijk slecht over je denken en bang zijn voor jou of je geloof, kun je het in hun ogen haast niet goed doen. Gelukkig merken mensen wanneer ze elkaar leren kennen herhaaldelijk dat koppigheid en agressie geen karaktertrek van een bepaald volk, geloof of ras is. Bij elk volk, bij elk geloof en bij elk ras kom je koppige, agressieve en lastige mensen tegen. Net zoals je bij elk volk, bij elk geloof en bij elk ras, ook bij Friezen, goedwillende, vredelievende en sympathieke mensen ontmoet.