Dit jaar gaan meerdere Friese Moslims aan het eind van de Ramadan naar hun familie in Turkije, hun land van afkomst. Ze vieren daar op 12 oktober het verbreken van de vastenmaand Ramadan, bezoeken de graven van hun naasten en delen samen het Suikerfeest. Vorig jaar maakte ik dit met mijn vriendin Nazmiye mee in Turkije. Veel Friezen van Turkse afkomst hebben toen intens met ons meegeleefd. Ook in Nederland bezoeken Moslims de graven van hun naasten als ze hier zijn begraven.
Twee keer per jaar gaan Moslims naar de begraafplaats, op de laatste vastendag van de maand Ramadan en 70 dagen later bij het Offerfeest. Dit jaar reizen meerdere Moslims naar het dorpje Isabay in midden Turkije. Rond 1960 tekenden veel jonge mannen uit Isabay een contract voor 4 jaar werk in Nederland. Dit werden 8 jaar en daardoor volgden de vrouwen en kinderen hun mannen naar Nederland. Tijdelijk dachten ze, maar doordat hun mannen ruim 20 jaar nodig waren, werd het tijdelijke in Nederland voor hen allemaal blijvend.
Nazmiye en ik vergeten nooit hoe op de begraafplaats in Isabay mannen en vrouwen stil naar de graven van hun naasten lopen. Ook Nazmiye, haar schoonmoeder, tante en ik betreden de begraafplaats. Uit respect draag ik op de begraafplaats een hoofddoek, net zoals ik mijn armen bedek bij bijvoorbeeld het binnenlopen van de St. Pieterkerk in Rome.
De imam zit op de grond en reciteert uit de Koran. De mensen luisteren stil en bidden met de handen geopend bij het graf van hun ouders en andere familie. Ik voel een intense vrede op de begraafplaats. ‘We hopen dat ze het goed hebben daarboven’, verzucht Nazmiye. Mijn gedachten gaan haast vanzelf naar het herdenken van de overledenen in de kerken. Alleen hier geen bloemen, maar met elkaar buiten bij het graf zitten vanuit verbondenheid met de overledenen.
Ik voel me dankbaar dit mee te mogen maken en merk verbaasd dat de mensen mij bedanken dat ik er bij wil zijn. Een Friese Moslim pakt mijn hand, neemt me mee naar het graf van zijn vader en vraagt: ‘Bidt jij als dominee ook voor mijn vader en voor ons?’ Ik vouw mijn handen en terwijl hij ze open spreidt bidden we samen. ‘Mooi dat u vanuit respect bij ons bent’, zegt de imam.
De volgende dag van het Suikerfeest gaan we naar de begraafplaats in Kayseri. Deze is meer dan 5 km. lang en de duizenden graven liggen beschut langs de heuvelrug. Het pad is vol mensen, mannen, vrouwen en kinderen die naar het graf van hun naaste lopen. Overtuigd zijn Nazmiye en haar familie ervan dat de overledenen hen zien en horen. Na hun gebed verzorgen we het graf. Zachte gebeden klinken overal om ons heen en bij enkele graven lezen jongens en meiden gehurkt zachtjes uit een Koran. Langs het pad staan veel mensen snoepjes uit te delen en voor de kinderen zijn er ballonnen. Ik kijk best verbaasd. Dit had ik niet verwacht. Als antwoord op mijn vragende ogen leggen Nazmiye en haar oom mij uit: ‘Alles wat hier wordt gedeeld geeft glans aan haar en hem die nu bij Allah (God) is. Wij geloven dat zij ons zien.’ Daarna bezoeken we, net als gister, de nabestaanden van de overledenen. Herinneringen aan haar en hem worden gedeeld. Daarna wordt de schaal met zoete lekkernijen van het Suikerfeest in ons midden gezet en we wensen elkaar het zoete en goede in het leven toe.
Corry Nicolay, interculturele communicatie.