17 mei 2007: Wie zwijgt keurt af

Verbaasd of glimlachend zeggen wij: 'De appel rolt niet ver van de boom. Die is niet op haar mondje gevallen. Jij met je heilige huisjes. Dat is de kat op het spek binden.' Iemand uit een andere cultuur luistert letterlijk en mist de 'vrolijke noot' van deze woorden, hoort vreemde woorden over een appel, over vallen, een kat en spek en heilige huizen, waarmee geen kerken worden bedoeld.
Net zo kijkt ze me zwijgend aan met haar donkere ogen en zegt met haar zwijgen: ‘nee’. Een ander knikt peinzend en zegt daardoor ook ‘nee’. Wanneer hij enthousiast zijn hoofd schudt, weet ik dat we het pleit winnen. Een man klakt bedenkelijk veelbetekenend met de tong en ik hoor en zie haar zachtjes met glinsterende ogen tussen de tanden sissen. Ik vind het leuk, al die verschillende culturele gewoontes.
Het is ook wel eens lastig, want een misverstand ligt op de loer. Vooral met die ‘ja’ en ‘nee’ gewoontes. Ik zie de humor ervan en roep dan vrolijk: ‘Wat bedoelen we nu precies? Even uitleggen graag.’ Want mensen met andere gewoontes willen graag de Nederlandse gewoontes ontdekken. Maar dan moet je elkaar wel de kans geven.

Een gevleugelde uitspraak binnen de culturele etnologie is: 'We begrijpen een volk pas goed, wanneer we is staat zijn hun humor te begrijpen.’ Dit is de leer over de samenhang van cultuur en volksafkomst. We kunnen deze uitspraak omkeren tot de vraag: 'Is iemand in staat helemaal door te dringen tot de gevoelsbeleving van een ander volk?' Tot bijvoorbeeld de humor, die onontkoombaar verweven is met geloofs- en levenswijsheden. Toevalligheden, houdingen, gezegden, laten het ene volk in schateren uitbarsten, terwijl anderen dit plezier niet begrijpen, zich ergeren en buitenstaander gaan voelen.
Zo hoor ik een oosterling zeggen: 'Door langdurig wrijven, slijt slechts de hardste steen', wat ik na enig hersenwerk herken als 'De aanhouder wint'. 'Voor geld moeten zelfs vader en broer wijken', lijkt op 'Geld maakt blind'. Iemand die maar niet opstapt is voor mij een plakker, terwijl mijn oosterse vriendin denkt: 'Een stinkende vis'. Een vrouw merkt op: 'Wil je soms een koe en geit vergelijken', terwijl ik denk aan de mij bekende 'appel en peer'.
Over humor en gezegden vertelt de oosterse wijsheidsleer:
'Je vertelt allerlei dingen, maar zegt ons niet hóe ze te verstaan. Hoe zou je het vinden, wanneer de mens van wie je vruchten koopt, ze voor je ogen opeet en jou alleen de schillen overlaat? Neem en eet, liefst smakelijk.' En dat kan wanneer we de moeite nemen vragen aan elkaar te stellen, zodat we steeds meer de rijkdom van elkaars humor kunnen verstaan.

‘Eet smakelijk’.