16 augustus 2007: Olie voor vriendschap

De groep Friese jongeren slentert door Amsterdam. Op straat lopen mensen met een rijk scala etnische uiterlijkheden en kledingstijlen. Toch even anders dan in Leeuwarden. ‘Echt overal vandaan’, vindt een jongen en een wit blond meisje draait zich al kijken om en volgt met haar ogen de zwarte vrouw met haar kunstig kapsel en zwierige kleding.
Het maakt indruk, zo veel verschillen. ‘Heerlijk’, roept de één maar een ander denkt dat het best ingewikkeld is. ‘Ja toch’ ?
’Doe niet zo achterlijk’, roept een ander, ‘lekker toch, zo gewoon’. ‘Nou ja, om mij nu meteen achterlijk te noemen …’. En voordat de reacties al te heftig en botsend worden, vraag ik of het ook mooie mogelijkheden geeft, zo’n kleurrijke samenleving. ‘Eh …’ ‘Kom maar, dan gaan we het eens proeven, figuurlijk en letterlijk in eethuis ‘De Engel’.

Buiten kijken we grinnikend omhoog. Boven op het dak staat een gouden engel met de vleugels uitnodigend wijd. Nieuwsgierig lopen we naar binnen en staan midden in het hart van Amsterdam, in het multiculturele eethuis ‘De Engel’.
De hoofden draaien kijkend heen en weer en gaan in de nek om goed omhoog te kunnen zien. Want aan het plafond hangen lampen uit heel de oosterse wereld die een kleurrijk licht verspreiden. Op de vloer staat in het midden een ronde bar, waar mensen met verschillende etnische uiterlijkheden zusterlijk en broederlijk met elkaar zitten. De wanden zijn verschillend van kleur en aan de wanden hangen kleden en snuisterijen overal vandaan. Boven zijn open galerijen met oer Nederlandse houten tafels en stoelen.

We schuiven aan een lange tafel en zien Turks, Marokkaans, Egyptisch, Spaans en nog meer soorten eten op de menukaart staan. In de open keuken zien we mensen werken die afkomstig zijn uit al die verschillende landen. ‘Zullen we verschillend eten kiezen? Dan kunnen we van elkaar proeven’, stelt een jongen voor. En dan doen we.
Op enorme grote Turkse dienbladen wordt het eten rondgebracht. Het eten zit in Marokkaans en Egyptisch servies. We drinken thee en koffie uit Turkse, Marokkaanse en andere Oosterse glaasjes en kopjes. De een schrikt van het hete eten, de ander smult van de zachte smaak. ‘Het engeltje fietst over mijn tong’, roept een meisje en we schateren het uit en zien in gedachten de grote gouden engel op het dak naar ons zwaaien.

Dan zien we de Hebreeuwse letters op de grote wand boven de open keuken staan. Na wat gepuzzel ontdekken we de betekenis.
In sierlijke grote Hebreeuwse letters staat op de wand geschreven:

’Samen eten is
als olie
voor vriendschap’

Prachtig vinden we het.
Op mijn vraag: ‘Klopt het?’, knikken ze: ‘Best waar’.

Corry Nicolay, interculturele communicatie.