Als medewerkster van de Kirchentag kan ik in Keulen overal binnenlopen. Ineens zie ik aartsbisschop Desmund Tutu zitten in zijn rode kleren. Spontaan loop ik naar hem toe en stel me voor. Hij gaat er even voor zitten als ik een foto maak.
De middags na onze ontmoeting luister ik, samen met ruim 40.000 mensen, waaronder veel jongeren, naar Tutu. Hartelijk bedankt Tutu ons voor de steun in de strijd tegen racisme.
‘Ik ben een Afrikaner, een man, een mens. Ik ben zwart en heb rood bloed’, zegt Tutu met sterke twinkelende ogen. ‘Als u me kietelt, lach ik. Ik omarm graag mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. Ik ben geen object van zieligheid, ik ben geen object dat liefdadigheid wil ontvangen. Ik ben trots op mijn Afrikaans zijn, ik kom uit een land met een geweldige geschiedenis.’
Vragend kijkt Tutu ons aan.
‘Ach, u weet het wel. Toen Abraham vluchtte, kreeg bij beschutting in Afrika. Toen Jozef met Maria en baby Jezus vluchtten, vonden ze veiligheid in Afrika. Mijn land heeft een geweldige geschiedenis, vinden jullie dat ook?’
Terwijl beelden van de G8 op een groot scherm te zien zijn zegt Tutu: ‘Maar als Afrikaner mag ik enkel aan jullie Westerse G8-poort liggen in lompen van armoede, honger en aids. Waarom behandelen jullie ons als tweederangs mensen? Waarom praten jullie in de G8 over ons en niet met ons? Vinden jullie dat gewoon? Zo begint racisme!’
‘Over mensen praten zonder met ze te praten is gevaarlijk. Het kan gemakkelijk leiden tot opvattingen en beelden in het algemeen en die kloppen nooit. Zo zeggen mensen: de Islam is een gewelddadige godsdienst. Goddank zeggen anderen: het is een leugen. Want er is geen enkel geloof wat zegt: doodt mensen. Maar er zijn wel goede en slechte Moslims. Net zo is het Christendom geen gewelddadige godsdienst, maar Christenen zijn wel mede verantwoordelijk voor apartheid, voor gewelddadige strijd in Noord Ierland, het bombardement op Oklahoma en de Klukuxklan. Want er zijn goede en slechte Christenen.’
Apartheid begint volgens Tutu als je zegt: ‘Mahatma Ghandi is geweldig, wat jammer dat hij geen Christen is. Hoort hij dan wel echt bij God? Dalai Lama, je bent geweldig, je bent bijna in de hemel, maar niet helemaal omdat je nog geen Christen bent!’ Tutu roept ons stralend toe: ‘Als je gelooft, dan zie je alle mensen als gelijkwaardige schepselen, ja, echt álle. Dus kan ik niet anders dan dit zeggen: God is gelukkig geen Christen, Moslim of Jood. God is meer dan dat, namelijk God van alle mensen. Zo wordt een mens echt mens door andere mensen, ongeacht bij welk geloof of welke levensbeschouwing ze horen.’
‘En vraag je wat ik nodig heb en graag wil? Het is hetzelfde wat jij nodig hebt en graag wilt.
We kunnen alleen samen overleven, samen vrij zijn, samen volwaardig mens zijn en samen welzijn delen. Dankzij de veelzijdigheid van godsdiensten en levensbeschouwingen kunnen stemmen van mensen vruchtbaar worden gemaakt in strijd tegen racisme en apartheid en in de strijd voor een mooie wereld voor alle mensen’, volgens Tutu. ‘Laten we elkaar niet verder kapot maken. Als we het willen, kunnen we de wereld mooi maken door beschutting voor elkaar en medemenselijkheid te leven.’