Vriendelijke confrontatie
Het kan soms stevig botsen bij de opvattingen over onderlinge relaties en gewoontes,
die ook religieus worden beleefd. Ik kies dan niet voor provocatie,
maar wel voor een vriendelijke confrontatie.

Om de vier jaar komt er in de meeste moskeeën een nieuwe imam. Omdat we hier geen erkende Imamopleiding hebben worden de imams uit de thuislanden gehaald. Na 4 jaar moeten ze weer terug, omdat ze anders recht krijgen op een verblijfsvergunning. Na 4 jaar heeft de imam de Nederlandse taal redelijk goed geleerd en hij snapt steeds meer van de Nederlandse samenleving. Daarna moet de gemeenschap weer van voren af aan beginnen met een andere imam.
Ik wordt als christelijke collega uitgenodigd om weer een nieuwe imam in de moskee te begroeten. De imam die mij als vrouw geen hand wil geven en doet vriendelijk zijn handen op de rug. Als ik dit de eerst keer meemaak reageer ik welwillend. Wanneer ik na een tweede keer thuis kom merk ik dat ik dit eigenlijk niet meer wil. Ik voel me afgewezen als vrouw. Ik heb er last van. Wat nu?
Ik ga terug naar de imam en vriendelijk vertel ik hem via een vertaler: ‘Ik zit er mee, dat je me geen hand wilt geven. Ik wil je respecteren en tegelijk voel ik me vernederd. Ik weet dat je het niet zo bedoelt. Maar eigenlijk voel ik me vanuit mijn eigen cultuur en geloof afgewezen als mens. Ook mijn cultuur en geloof zijn belangrijk voor mij. Ik kan zo moeilijk begrijpen dat de islam een geloof is wat dit goedkeurt. Dus ik zit ermee. Ik wil je respecteren, maar ik mis op deze manier dat respect van jou naar mij als vrouw. Wil je mij uitleggen waar in de Koran staat dat je mij als vrouw geen hand mag geven?’
De imam zegt: ‘Daar zit wat in. Ik zal het opzoeken en er met collega's over spreken’. Een tijd later vraagt de imam mij of ik langs wil komen. In de moskee komt de imam op me af met een uitgestoken hand. Verrast geef ik hem een hand en hij ziet de vraagtekens in mijn ogen. De imam zegt: ‘Ik heb het opgezocht in de Koran. Want jij stelde die vraag over de Koran en toen wilde ik het goed aan je uitleggen. Maar ik kon het niet kunnen vinden in de Koran. Toen ben ik het na gaan vragen bij andere imams en het blijkt een cultuur te zijn. Vanuit de oude cultuur zeggen mensen: zo wordt het bedoeld. Maar het staat niet zo in de Koran. De Koran mag ik niet veranderen, maar de cultuur wel. Dus ik geef nu vrouwen wel een hand.’ Verrast en onder de indruk zeg ik tegen de imam: ‘Ik vind het bijzonder dat je mij zo open uitlegt waarom je van mening bent veranderd’. ‘Bijzonder?’, zegt de imam, ‘ik vind het eerlijk om dit aan je te vertellen, want jij bent ook vanuit respect open tegen mij geweest’. Ik vraag of hij hierover ook vertelt tijdens zijn preek op vrijdag bij het grote gebed. De imam knikt en zegt: 'Ja zeker, want hierover zijn grote misverstanden, kijk maar naar mij.' En dan zijn de 4 jaar voorbij en is de imam weer vertrokken. Jammer. Ik hoop dat ook de nieuwe imam wil ontdekken wat in de Koran staat en wat cultuur is in het onderling contact.

Corry Nicolay is PKN predikant interreligieuze communicatie en werkt vanaf 1980 samen met Moslims en andere gelovigen.