Ze is opgegroeid in Friesland en werkt als pedagogisch medewerker bij de Jeugdopvang. Lang vindt ze de Koran niet zo belangrijk. Ze gelooft in God en wil daarom ‘goed bezig zijn in het leven’. Maar nu heeft ze ontdekt hoeveel vrede en troost ze ervaart bij het luisteren naar recitatie uit de Koran. Het hart van de Koran, hoofdstuk 23 Yâsin uit Sura (Korangedeelte) 36, raakt haar intens. De tekst vertelt hoe Allah (God) hemel en aarde heeft geschapen en dat mensen voor de aarde, dieren en voor elkaar moeten zorgen. En hoe Allah verbonden blijft met mensen na het sterven. Yâsin betekent: o, volmaakte mens. Volmaakt door de vrede van God die je toelaat in je hart. Dat volmaakt vredige ervaart ook zij bij deze tekst. Verrast merkt ze dat ze heel graag zelf wil leren Koran-lezen.
Tijdens de Ramadan ontmoet ze in de moskee een vrouwelijke geestelijke die haar Koranles wil geven. De eerste vijf dagen leert ze door veel oefenen het Arabische alfabet. Net als in de Hebreeuwse taal veranderen de letters van betekenis in de samenhang met een ander woord en dat is best lastig. Daarna krijgt ze elke week thuis Koranles en oefent dagelijks. Eerst Sura 1, het bekende gebed Al Fatihah en daarna de rest van de Koran. De tekst Yâsin draagt ze elke keer bij het lezen op aan haar vader. Ze ervaart dan de verbondenheid met haar vader. Na 1 ˝ jaar heeft ze de hele Koran gelezen en is het tijd voor de zegening en feest.
Na het middaggebed lopen de vrouwen binnen. Want ze wil dit feest graag alleen met vrouwen te vieren bij haar thuis. Ze heeft de geestelijke gevraagd haar Koran te zegenen. Blij lopen de vrouwen binnen omdat dit mooi is om mee te maken en samen te delen. De kamer stroomt vol. Veel vrouwen dragen bij het Koran-lezen een hoofddoek uit respect voor de Koran en God. De geestelijke leest eerst Yâsin uit de Koran. Daarna lezen oudere en jonge vrouwen een korte Korantekst, waar alle vrouwen steeds weer op antwoorden door zingend een gebed te reciteren. Haar moeder die in het midden zit, leest als laatste samen met haar dochter uit de Koran. De teksten worden opgedragen en geschonken aan hun man en vader. De ontroering van iedereen is voelbaar.
Want hij was een vredelievende man die begreep dat mensen het Islamitische geloof verschillend kunnen beleven. Zij heeft vooraf indringend van haar vader gedroomd en weet daardoor hoe mooi hij het vindt dat zijn dochter nu kan Koran-lezen. Wanneer de Koran is gezegend, voelt ze in al haar vezels dat dit heilige boek een geschenk is wat ze van Allah/God heeft ontvangen. Haar gezicht straalt. Als we daarna gaan eten, zegt ze: ‘Eigenlijk ben ik een laatbloeier. Want zo’n etentje wordt vaak met kinderen gedaan die de Koran zelf hebben leren lezen. Maar je bent gelukkig nooit te oud om iets te leren.’ Haar ogen gaan naar de foto van vader. In gedachten zie ik zijn ogen oplichten en hoor hem zeggen: ‘Mijn lieve dochter blijft mij verrassen’.
Corry Nicolay is PKN predikant kleurrijke communicatie en werkt vanaf 1980 met Moslims.