Een toren van Babel.
Ongemerkt kunnen mensen een toren van Babel bouwen. Een toren die veel kan vernielen.

Veel mensen kennen het verhaal van de toren van Babel. Het verhaal van de toren is veel ouder dan onze jaartelling, maar is weer heel actueel. Want het verhaal gaat over mensen die onderling verdeeld zijn en daar moeilijk goed mee om kunnen gaan.

‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken en dan zullen we niet over de hele aarde verspreidt raken’,
staat in het Bijbelboek Genesis, H. 11 vers 4.

Dan overstijgen we de menselijke verdeeldheid. We gaan een toren bouwen van één taal, één cultuur, één soort mens. Allemaal gelijk. Dat geeft ons mensen veel macht, een macht die reikt tot in de hemel, een macht die dus bijna Goddelijk is. Is dat zo? Werkt dat zo? Heft dat de verdeeldheid op?
Je voelt aan dat dit op de kop verkeerd gaat.

En toch … Vandaag zou je zeggen: laten we bij elkaar hokken, laten we ons verschansen achter een veilig schild, tegen de rest van de wereld. Laten we doen alsof er niets en niemand buiten ons Babel meetelt. Babel is voor ons het enige ware en de rest past zich maar aan. Want wij zijn de echte oorspronkelijke inwoners en daarom moet onze taal en cultuur boven alles uitstijgen. Wie dat niet wil, hoort er niet bij en valt er gewoon buiten. Wanneer er maar één taal wordt gesproken, is dat meestal de taal van de mensen die de macht in handen hebben. Wanneer mensen maar één culturele taal, maar één geloofstaal mogen spreken en beleven, daar versmalt het bestaan van mensen zich en komt de humaniteit in gevaar. Dan wordt de samenleving een dictatuur. Democratieën lopen dat risico wanneer iedereen iedereen maar nawauwelt.

In het Bijbelverhaal staat de toren op instorten doordat de toren steeds smaller wordt en zo’n evenwicht dreigt te verliezen. God verwart de spraak van de torenbouwers. Dan stort het hele project als een kaartenhuis in elkaar. De gezamenlijke macht en dictatuur van mensen breekt open en verliest zijn kracht. De mensen verspieden zich over de aarde. Opeens moeten mensen elkaar weer gaan opzoeken om elkaar te bereiken. Ze gaan opnieuw leren luisteren, gaan leren zich weer te verwonderen over elkaar en over elkaars anders zijn. De mensen gaan weer ontdekken hoe ze elkaar op waarde kunnen schatten. Ze gaan moeite doen om elkaar te begrijpen in elkaars cultuur en geloof. Ik denk dat God heel goed doorhad hoe gevaarlijk het is wanneer we elkaar willen dwingen in één manier van denken en geloven, wanneer we elkaar daarmee gaan belagen en onderdrukken. Wonderlijk actueel is dit allemaal.

Daarover gaat een oude levenswijsheid:
Uiteindelijk
gaat het er niet om
wat wij van elkaar weten
maar wel
wat wij voor elkaar betekenen.

Corry Nicolay is PKN predikant Kleurrijke communicatie.