Griet en Hans.
De christelijke en islamitische ouders zien vooral zorgen.
Hun kinderen zijn blij met het geschenk van liefde en gaan trouwen.
Ze dromen van openheid met hun ouders en een fijne trouwviering.

Ze houden van elkaar en wonen al een tijdje samen. Ze gaan trouwen en hebben daar thuis over gesproken. Zij komt uit een christelijk en hij uit een islamitisch nest. Hun ouders zijn westerse christenen en oosterse moslims.

Zij spreekt neder­lands, hij ara­bisch en steeds meer nederlands. Beiden spreken ze vloeiend engels. Door hun opleiding en werk zijn ze gewend om zich goed uit te drukken. Natuurlijk merken ze steeds weer hoe ver­schillend ze zijn. Maar ze houden van elkaar en hun liefde straalt me tegemoet. Hun ouders zien vooral de zorgelijke kant van hun relatie, want je hoort tenslot­te vaak dat het mis gaat. Twee geloven op een kussen ... daar rust volgens het duo 'onze liefde tus­sen!'
Het voelt naar dat hun ouders met zo'n negatieve verwachting naar hen kijken. Het is of ze elke keer weer moeten bewijzen dat het nog steeds goed gaat, dat hij niet agressief is geworden, dat zij niet klein en onderdanig is gemaakt. Ten diepste verlangen ze naar een hoop­volle en steu­nende houding van hun ou­ders. Ze zouden zo graag het voordeel van hun twijfel krijgen. Op deze manier durven ze met hun ouders niet over hun echte vragen te pra­ten, want dan denken ze: 'Zie je wel, hoe moeilijk het is' of 'Zou het nu al mis gaan?' Dus praten ze niet vrijuit tegen hun ouders. Hun ouders voelen dit aan wat hun zorgen versterkt.
Ze raken op deze manier steeds meer verstrikt in een vi­cieuze cirkel. Eigenlijk willen ze dit in alle rust en met liefde aan hun ouders uit leggen. Ze voelen zich kwetsbaar. Maar hun ouders voelen dit toch ook omdat deze situatie voor ieder­een nieuw en onbekend is. Ik vraag of ze zo'n gesprek met hun ouders op eigen kracht alleen moeten doen. Gelukkig niet. We leggen onze handen in elkaar en ik vraag God/Al­lah om deze twee mensenkinderen openheid en een geduldi­ge wijsheid te schenken. Ook danken we voor het geschenk van liefhebben­de ouders en voor de liefde die zo rijk tussen hen samen mag bloeien.

Ik vertel hen over Griet en Hans.
Het huisje is van suikergoed, de heks is vast een kwaaie. Waar moeten ze heen nu ze verstoten zijn en in het bos moeten wonen? Hoe moet het nu verder in deze helse heksen­wereld? Griet neemt de leiding.Ze zegt tegen Hans dat hij achter een boom moet wachten, loopt het pad op en klopt op de deur. De heks laat haar binnen. Hans is bang dat het huisje van suikergoed Griet heeft opgegeten. Na een tijdje gaat de deur open en Griet roept: 'In orde, Hans, je kunt binnenkomen'. Ze haalt Hans over, de heks blijkt een prima mens te zijn.
Al met al is het belangrijk om op onderzoek uit te gaan en te ontdekken hoe het echt is. Het blijkt een plaats vol smakelijke nieuwe mogelijk­he­den te zijn. Zij betreden een terrein wat niet gewoon en normaal is en ontdekken dat het geen heksenterrein is. Het duo grinnikt. Opgelucht en blij vertellen ze later dat het gesprek met hun ouders goed is gegaan. Dan vragen ze: 'Wilt u ons huwelijk zegenen? Mag en kan dat interre­li­gieus?' Ja, dat mag en kan, want: Waar liefde woont, gebiedt de Heer toch Zijn Zegen?!

Corry Nicolay is PKN predikant kleurrijke communicatie.
(corrynicolay@hetnet.nl - www.kleurrijkgeloven.nl)