Filosofietje: Dood doet leven.
Regelmatig denk ik terug aan het ‘gesprek’ wat we als moslim en christen na een vreselijk ongeluk voerden.
Zonder woorden herkenden we levensparels.

Nadenken over de dood. Dat is voor mij het leven in haar veelzijdigheid proberen te plukken. Doodgaan hoort er nu eenmaal bij. En dat kan zich zomaar aandienen. Een week na onze trouwdag, ik was 23 jaar, kreeg ik een ernstig auto ongeluk. Normaal gesproken had ik dood moeten zijn, maar tot verbazing van de artsen en eigen vreugde leefde ik nog! Wel ernstig gewond, maar mijn zintuigen werkten allemaal nog.
Omdat mijn gezicht heel erg gehavend was en er niet meer uit zag, was ik naast een Vietnamese vrouw gelegd, een oorlogsslachtoffer. Haar gezicht was gedeeltelijk weggevreten door de uitstraling van de bommen. We keken naar elkaar en wenden aan elkaars uiterlijk. Het hielp ook om samen een eerste keer in de spiegel te kijken. Haar naam was Layla.

We communiceerden met handen, ogen en ons hart. Op een nacht maakte ze me wakker en liet een foto van een jongetje zien. Met gebaren ‘vertelde’ ze over haar gedode kind en ze weende met grote smart en liefde in haar hart. Ze hief haar handen op naar God en uit de gebaren begreep ik dat ze moslim was. We omhelsden elkaar, twee vrouwen met lelijk beschadigde gezichten. Op een wonderlijke manier bemoedigden we elkaar en we waren dankbaar dat God ons bij elkaar had gebracht. Samen hebben we ons hart geopend voor God/Allah en dat gaf wonderlijke steun. Na twee weken mocht ik naar huis. Enkele dagen later is Layla overleden. Het gaf troost dat we kostbare parels aan elkaars levensketting hadden mogen rijgen. Niemand nam ons dat meer af! Daarmee leeft Layla in mij voort. Onze levensparels draag ik mee.

Later heb ik vaker de dood nadrukkelijk in de ogen gekeken.
De laatste keer is er voor mij gebeden in kerken, moskeeën en synagoge. In Nepal hebben de mensen van onze projecten in hindoestaanse tempels en boeddhistische stupa’s lichtjes aangestoken. Verwonderd merkte ik de kracht die hiervan uitgaat.
Ook deze momenten zijn voor mij levensparels. Parels van verbondenheid tussen mensen, waar dan ook op aarde. Mensen die verschillend betekenis geven aan het leven, islamitisch, hindoestaans, humanistisch, joods, christelijk of op een andere manier open staan voor medemensen.

Leven is voor mij het accepteren van je sterfelijk bent. Het besef dat je dagen mag plukken. Dat je pas echt kunt plukken als je probeert levensdagen als een geschenk te zien Toon Hermans zegt hier treffend over:

Wij vullen de dagen van ons leven in
door allerlei dingen te doen. Dat is best.
Maar wij moeten wel uitkijken
dat wij daarbij de dag zelf niet over het hoofd zien.
De dag is een geschenk. Eerst komt het geschenk
en dan pas zie je wat je er mee kunt doen.

Pasen betekent voor mij: opgetild mogen leven, ook wanneer je onderuit gaat in het leven. Vanuit Pasen het intense en diepe besef dat het opgetild worden vanuit God, altijd het sterkste zal blijken te zijn. Zo sterk dat ook de dood doet leven.

Corry Nicolay is nu 66 jaar. Zij is PKN predikant interreligieuze communicatie.
(corrynicolay@hetnet.nl - www.kleurrijkgeloven.nl)