Ze merkt: Die manier van kijken neemt toe.
Steeds vaker hoort ze: ‘Ben je Moslim, dat had ik van jou niet gedacht’.
In haar hart denkt ze: ‘Hoe denk je dan over mijn geloof?’
Maar haar buitenkant reageert anders.
Wanneer ze uitnodigend vriendelijk en vragend kijkt, volgt een wat verlegen uitleg:
‘Nou ja, je bent gewoon en vriendelijk’.
Zij is van harte een Moslim en is blij met haar geloof.
Vanuit haar overtuiging draagt ze geen hoofddoek, maar begrijpt het wanneer vriendinnen dat wel doen. Ze werkt met kinderen en weet maar al te goed: Boosheid werkt niet, het werkt averechts. Want dan associëren ze je alsnog met terroristische gevoelens en dat voelt nog veel belastender dan die opmerking.
Ook hoort ze de kinderen weer vaker scheldend roepen: ‘Turk’.
Waarop ze vriendelijk reageert: ‘Roep je mij?’ … ‘Nee?’
Meestal dringt het dan wel tot hen door en soms schaamt een kind zich.
Ze blijft vriendelijk, want ze weet: Boosheid helpt niet.
Deze speelse reactie heeft ze gelukkig geleerd en kan ze schijnbaar speels gebruiken.
Ze laat niet meer merken wat ze van binnen voelt, want …
Corry Nicolay is predikant en werkt vanaf 1980 met Moslims en Moslima’s.