Moslims en Christenen

Het kan soms stevig botsen. Denk aan het geven van een hand aan vrouwen. Ik kies dan niet voor provocatie, maar wel voor een vriendelijke confrontatie.

Toch een hand
Toen ik een paar jaar geleden in de moskee kwam wilde de imam mij geen hand geven. De eerste keer, nou ja, ik ben welwillend en wil democratisch zijn. Zo’n houding van, dat moet kunnen. Wanneer ik na een tweede keer thuis kom denk ik er steeds meer over na en merk: eigenlijk wil ik dit niet. Ik voel me afgewezen als vrouw. Ik heb er last van. Wat nu? Ik ga terug naar de imam. Vriendelijk vertel ik hem: ‘Ik zit er mooi mee, dat je me geen hand wilt geven. Ik wil je respecteren en tegelijk voel ik me vernederd. Ik weet dat je het niet zo bedoelt, maar eigenlijk voel ik me vanuit mijn eigen cultuur en geloof afgewezen als vrouw. Ook mijn cultuur en geloof zijn belangrijk voor mij. Ik kan zo moeilijk begrijpen dat de islam een geloof is wat dit goedkeurt. Dus ik zit ermee. Ik wil je respecteren, maar ik mis op deze manier dat respect van jou naar mij. Terwijl ik best wel weet dat je respect voor mij hebt. Daarom vraag ik je of je daar ook over na wilt denken. Want ik wil er niet alleen mee zitten’. En hij zegt: ‘Daar zit wel wat in. Ik zal er over nadenken en eens met anderen over spreken’. Een tijd later kom ik weer in de moskee en dan komt de imam op me af met een uitgestoken hand. Verrast geef ik hem een hand en hij ziet de vraagtekens in mijn ogen. De imam zegt: ‘Corry, ik heb het uitgezocht in de Koran. Want jij stelde die vraag over de Koran en toen wilde ik het zelf eens helemaal uitzoeken. Maar ik kon het niet vinden in de Koran. Toen ben ik het na gaan vragen bij andere imams en het blijkt gewoon cultuur te zijn. Vanuit de cultuur zeggen mensen: dát wordt ermee bedoeld. Maar het staat niet zo in de Koran. Dus ik geef nu vrouwen wel een hand.’ Blij en onder de indruk zeg ik tegen de imam: ‘Ik vind het bijzonder van je, dat je mij zo open uitlegt waarom je van mening bent veranderd’.
‘Bijzonder?’, zegt de imam, ‘ik vind het gewoon eerlijk om dit aan je te vertellen, want jij bent toch ook vanuit respect eerlijk tegen mij geweest’.

Zo vaak heb ik dit verhaal al verteld, maar dit verhaal komt moeilijk door. Het verhaal dat het dus ook zó kan! Vaak worden dit soort verhalen tot uitzonderingen gemaakt. Op de een of andere manier halen deze positieve verhalen het niet in de media. Dat zegt iets over onze samenleving. Waarom wordt een negatief verhaal breed uitgemeten en een positief verhaal als een beetje ongeloofwaardig gezien? Of zegt het iets over de beelden die over en weer van elkaar bestaan én die we voor waar houden ? Corry Nicolay is PKN predikant interreligieuze communicatie.