BOODSCHAPPEN.

De ene keer staat ze er kleingemaakt bij. De andere keer wordt ze nijdig en boos. Dan weer haalt ze haar schouders op en denkt moedeloos: 'Ze willen niet gewoon naar mij kijken'.
Want ze is een Turkse moslim, dat zie je aan haar.
Trouwens ook haar man ziet er best Turks uit.
En dan gebeurt dit, steeds weer opnieuw.
Vooral zij went er nooit aan.

Wanneer zij namelijk boodschappen doet en met zware tassen bij de kassa staat, voelt ze de meewarige blikken. Regelmatig hoort ze nederlandse vrouwen fluisteren: 'Moet je haar zien. Stumper. Haar man zit vast in het café. Ach ja, ik weet wel hoe dat bij hun gaat.'
Ze denken dan dat zij dat toch niet verstaat.
Haar man maakt dat trouwens ook mee. Maar dan anders.
Wanneer hij met die zware tassen bij de kassa staat, krijgt hij nijdige blikken. En goed hoorbaar zeggen nederlanders tegen elkaar: 'Heeft zeker ook een vrouw die de deur niet uit mag.'

Waarom kijken ze niet normaal naar hen?
Want zij werken alle twee. Zij als leidster bij de kinderopvang en hij als timmerman. Wanneer zij werkt doet hij de boodschappen en wanneer hij werkt doet zij de boodschappen. Ook zorgen ze samen voor de kinderen. Dat noemen Nederlanders toch emancipatie?
Dat vinden ze toch zo belangrijk?
Waarom denken ze zo achterlijk over hen?
Zeker omdat ze turks en moslims zijn.
Je voelt je dan klein gemaakt en ontkend.
Het is eigenlijk gewoon discriminatie en het krenkt je diep.
Zullen ze ooit gewoon naar hen gaan kijken?!

Corry Nicolay is gespecialiseerd in interculturele en -religieuze communicatie.