In de Soeffi ruimte vertel ik tijdens de Viering het aangepaste verhaal en gebruik daarbij zeven dieren, want wij staan met ons zevenen naast elkaar.
Veel jaren komen de mensen graag in dat cafeetje. Maar de laatste tijd is de sfeer verandert.
Mensen gaan ruw met elkaar om, schampen over elkaar, maken wrede grapjes en ze maken elkaar belachelijk en bespottelijk. Zo gaandeweg zijn ze voor elkaar op hun hoede.
Argwaan naar elkaar en huiver voor elkaar voeren de boventoon. De goede sfeer is helemaal verdwenen en is negatief geworden.
De dieren die bij die mensen horen merken dit. En ze steken hun koppen bij elkaar: het paard, de ezel, het schaap, de hond, de kat, de haan en de parkiet. Ze bedenken samen een plan en ze wachten tot het avond wordt. Als het donker is staan de dieren klaar.
En dan barst het los: het paard hinnikt luid, de ezel balkt er op los, de hond blaft fel en luid,
het schaap blaat en blaat, de kat miauwt en krijst, de haan kraait en kraait en de parkiet piept schel. Ze stampen met hun poten op de grond en tegen de deur en ze slaan tegen de ramen. Ze staan bij en op elkaar waardoor vreemde schaduwen op de muren vallen.
De meeste mensen schrikken zich naar. Ze worden bang van al die vreemde geluiden en schaduwen en hollen uit het café. Enkele mensen zijn niet bang, maar wel nieuwsgierig. Zij blijven.
En zo holt het negatieve uit het café en komt het positieve naar binnen.
Ze verschillend als ze zijn, de dieren maken samen in het café een mooi samenhangend geluid. De sfeer is prima en de dieren hebben het veilig en goed samen in dat ene zelfde café.
En de wereld om hen heen bloeit op door hun onderlinge kleurrijke tolerantie.
Daarna lopen we naar de aanwezigen terwijl we zingen: ‘Vrede en alle goeds’. Ieder krijgt een kleurrijk handje en schrijft er een wens in voor iemand anders. Als de handjes zijn opgehaald en willekeurig zijn uitgedeeld, staat in het handje wat ik heb gekregen: ‘Ik wens mijn medereiziger/ster gezondheid toe. En veel inspiratie en doorzettingsvermogen om zijn/haar doelen in het leven te bereiken. En mijn wens dat hij/zij verbonden blijft met de eigen Bron en zijn/haar omgeving’. Er omheen staan OHM-tekentjes, dus ik heb deze wens van een Hindoe gekregen. Ik lees deze wens voor en mijn vriend de imam leest de wens voor in de hand voor die hij heeft gekregen: ‘Dat inzicht je pad mag verlichten en liefe laten bloeien in al je contacten met de wezens die met jou leven op deze aarde’. Veel handen grijpen in elkaar wanneer we elkaar de vredeswens geven die bij ieder ons eigen geloof en levensovertuiging hoort.
Corry Nicolay is PKN predikant interreligieuze communicatie