Daarbij horen ook de vragen: Waarover maken we ons druk?
En waardoor voelen we ons opgenomen of buitengesloten?
Het overkomt me samen met vrienden die jodin, moslima en hindoe zijn. We horen elkaar uit over wat we belangrijk vinden in het leven. Ik zie, hoor en herken wel dát er met de mond en het lichaam wordt gesproken, maar begrijp niet alles. Ook zie ik dat heel verschillend de ogen en houding volop meedoen. Dan is de keus is aan mij of ik buitenstaander blijf of binnen gehaald wil worden.
Ik moet denken aan een joods verhaal in het boek "Chassidische vertellingen" van Martin Buber. ‘Een vioolspeler speelde eens zo mooi en lieflijk dat iedereen die hem hoorde begon te dansen. Toen kwam een dove die niets van muziek wist, die kant uit. Wat hij zag leek hem het gedoe van krankzinnigen, zinloos en smakeloos’. Als ik doof ben voor wat voor een ander waardevol is en er niets van weet of wil weten, kan ik het zinloos en smakeloos vinden. Ik hoor de ‘muziek’ van de ander niet. Dat kan als bijvoorbeeld mijn mening over het geloof van de ander onbespreekbaar is. Zoals over het dragen van een hoofddoek door een moslima, een pruik door een jodin, het hindoestaanse geloof in reïncarnatie en het niet eten van rundvlees of varkensvlees. Zie en hoor ik écht wat hen beweegt of heb ik een mening als ‘de dove’?
Hoe dan wel? Door het stellen van open en belangstellende vragen aan elkaar komen zij en ik veel te weten.
Maar het blijft oppassen. Soms hebben ik of zij, ieder vanuit de eigen gewoonte en gedachtegang, de betekenis te snel geïnterpreteerd en dus verkeerd begrepen. Net als met die vis in de wijsheidsbundel van Moela Nasroeddin, een moslim-wijze. ‘Moela wandelt door de rimboe en ontmoet iemand die studie maakt van vogels en vissen. Moela zegt: Toen ik u zag, dacht ik al, die is zoals ik. Een vis heeft namelijk eens mijn leven gered. De ander reageert smalend: Wat een niveau, uw leven gered door een vis, hoe bestaat het. Vertel eens hoe? Goed dan, antwoordt Moela. Die vis redde mijn leven, want ik stierf van de honger en heb drie dagen van hem kunnen eten’. Ze zaten dus met hun manier van redeneren op verschillende golflengtes.
Vertellingen uit verschillende godsdiensten en culturen kunnen in onze kleurrijke samenleving tot lering en vermaak zijn. Dat is ook handig voor Christenen. Zij worden opgeroepen Christus’ naam uit te dragen door een levenshouding van medemenselijkheid, van naastenlief-de, door een leven wat moet leiden tot vrede. Vrede in drievoud, namelijk vrede met God, vrede in je eigen ziel en vrede met je naaste. Een vrede, die we als Godsgeschenk ontvangen en samen als mensen kunnen leven en delen. Ons geloof en onze kleurrijke samenleving dagen ons uit als vredesactivist(e) dit te leven en aan anderen begrijpelijk uit te leggen ... dat kan als we met een glimlach in ons hart rekening houden met de vioolspeler en de vis.
Corry Nicolay is PKN predikant interreligieuze communicatie.
(corrynicolay@hetnet.nl - www.kleurrijkgeloven.nl)