Bij een grote dauwdruppel liet de meester halt houden.
Hij schaarde de leerlingen rondom zo de druppel dat de zon erop bleef schijnen en vroeg toen:
‘Welke kleur heeft de druppel?’
‘Rood’, zei de eerste,
‘oranje’, de tweede,
‘geel’, de derde,
‘blauw’, de vierde,
‘paars’, de zesde.
En de zevende zei”’violet’.
Ze stonden verbaasd over de verschillen.
Omdat ze er allemaal zeker van waren dat ze het goed zagen, kregen ze bijna ruzie.
Toen liet de meester hen enkele keren van plaats verwisselen.
En heel langzaam drong het tot de leerlingen door dat zij – ondanks de verschillen van hun waarnemingen –
toch allemaal de waarheid hadden gesproken.
En de meester sprak: ‘Hoe je de waarheid ziet, hangt af van de plaats die je in het leven inneemt. Net zoals jullie zo-even een deel van het licht hebben gevonden en dat voor de volle waarheid aanzagen. Laat jullie medepelgrims in volle vrijheid hun eigen weg bewandelen, hun eigen plaats innemen en hun eigen deel van het licht waarnemen. Jullie hebben alle waarheden nodig, want alle tezamen vormen zij het werkelijke licht, de volle waarheid.
Totdat jezelf één van de groten bent geworden en de zeven kleuren in één kunt waarnemen,
zul je iedere ‘ontdekking’, bij iedere ‘weder-geboorte’ een ander standpunt innemen
en de waarheid op een andere manier zien.
Wees daarom niet alleen tolerant – want dat is slechts het dulden van een andere mening –
maar wees zelfs blij dat er andere meningen zijn.
Zolang jezelf nog niet het volle licht kunt zien, heb je medemensen nodig om de volle waarheid te leren kennen.
Corry Nicolay ontving deze tekst ontvangen van haar Hindoestaanse vriendin.
De herkomst ervan is onbekend.